Indien u als ondernemer investeert in nieuwe materiële of immateriële vaste activa die worden gebruikt voor uw bedrijfsactiviteiten in België, dan kunt u aanspraak maken op de investeringsaftrek. Via de investeringsaftrek krijgen eenmanszaken (inclusief vrije beroepers) en vennootschappen een hogere fiscale aftrek dan de aanschaffings- of beleggingswaarde van de betrokken investeringen.
Doordat de wetgever de investeringsaftrek sinds jaar en dag gebruikt om het investeringsgedrag van ondernemingen te beïnvloeden (lees: gewenste investeringen te stimuleren), is het huidige regime een onsamenhangend kluwen geworden. Een hervorming van de investeringsaftrek moet dit verhelpen. Voor investeringen die u vanaf 1 januari 2025 doet, wordt de toepassing van de investeringsaftrek vereenvoudigd door vanaf die datum nog slechts met drie ‘sporen’ te werken. Per spoor geldt bij wet een vast percentage, ter vervanging van de percentages die in het verleden jaarlijks werden geïndexeerd.
Daarnaast werd ook een nieuwe, maar tijdelijke, verhoogde kostenaftrek ingevoerd in het kader van de verplichte elektronische facturatie tussen btw-plichtigen in een B2B-context vanaf 1 januari 2026 zoals bepaald in de Europese Peppol-norm.
In de nieuwe regeling is de basisaftrek vergelijkbaar met de huidige gewone eenmalige investeringsaftrek van 8%. Zonder veel vormvereisten kunt u de basisaftrek toepassen op investeringen die u op een duurzame manier aanwendt voor de bedrijfsactiviteit van uw onderneming.
Deze basisaftrek bedraagt 10% voor investeringen vanaf 1 januari 2025 en kan enkel worden toegepast door eenmanszaken en kmo’s. De lijst van al bestaande uitsluitingen wordt uitgebreid, zodat investeringen met een negatieve impact op klimaat of milieu worden ontraden. De ministerraad zorgt voor een periodieke update van deze lijst.
Om uw onderneming optimaal te ondersteunen in de uitdagingen op het vlak van digitalisering van onder meer facturatie, betalingen en boekhouding, wordt de basisaftrek verhoogd tot 20% voor specifieke digitale investeringen. Deze investeringen worden vastgelegd via KB.
De formaliteiten die golden onder de oude regeling, blijven behouden onder het algemene spoor behouden. Hierbij gaat het om het opmaken van het formulier 275U/276U, met een toevoeging als bijlage bij de aangifte vennootschapsbelasting. Net als vandaag is de basisaftrek slechts één jaar overdraagbaar.
Met dit tweede spoor wil de wetgever specifieke investeringstypes stimuleren, met name:
Via investeringslijsten die de ministerraad zal opmaken, zal u als ondernemer kunnen nagaan welke van uw investeringen in aanmerking komen voor de verhoogde thematische aftrek, en onder welke voorwaarden. Om de drie jaar zouden deze lijsten geactualiseerd worden, om op die manier gelijke tred te houden met snel evoluerende technologische ontwikkelingen.
De percentages voor de verhoogde thematische aftrek bedragen 40% voor eenmanszaken en kmo’s en 30% voor grote ondernemingen.
Vooraleer uw onderneming de verhoogde thematische aftrek kan toepassen, moet u in het bezit zijn van een door de bevoegde overheid voldoende gemotiveerd attest. Deze investeringsaftrek is onbeperkt in de tijd overdraagbaar.
De technologieaftrek stemt overeen met de huidige verhoogde investeringsaftrek voor octrooien en de verhoogde investeringsaftrek voor milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling.
De percentages voor deze technologieaftrek bedragen 13,5% voor de eenmalige aftrek (met name op de aanschaffings- of beleggingswaarde) en 20,5% voor de gespreide aftrek (op de jaarlijkse afschrijvingen van de betrokken investeringen).
Dezelfde percentages zijn van toepassing als uw vennootschap kiest voor de toepassing van het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling in plaats van de investeringsaftrek.
Ook voor de technologieaftrek moet u tijdig een attest aanvragen, inclusief een motivatie door de bevoegde gewestelijke instantie. Van zodra u dit attest hebt verkregen, is ook de technologieaftrek onbeperkt in de tijd overdraagbaar.
De Belgische wetgever voerde begin dit jaar de verplichting in voor btw-plichtigen om gebruik te maken van elektronische facturatie in een B2B-context vanaf 1 januari 2026. Dit gebeurde in het kader van de Europese Peppol norm. Voor een uitgebreide bespreking van deze nieuwe maatregel verwijzen wij naar ons eerder verschenen artikel: Gestructureerde elektronische facturatie vanaf 2026 zo goed als verplicht in een Belgische B2B-context.
Aangezien deze nieuwe verplichting significante bijkomende kosten met zich mee kan brengen, werd voorzien in een tijdelijke verhoogde kostenaftrek van 120% voor enkele specifieke kosten. Het gaat meer bepaald over:
Afschrijvingen op geactiveerde kosten komen niet in aanmerking voor de verhoogde kostenaftrek. Wanneer aan alle voorwaarden wordt voldaan komen deze mogelijks wel in aanmerking voor de investeringsaftrek voor digitale vaste activa (cfr. Punt 1).
De verhoogde kostenaftrek kan enkel worden toegepast door zelfstandigen en vennootschappen die kwalificeren als KMO. Daarenboven is ze ook tijdelijk van aard. Ze is in principe van toepassing op kwalificerende kosten gemaakt vanaf 1 januari 2024 (wanneer verbonden aan aanslagjaar 2025) tot en met 31 december 2027 (wanneer verbonden aan ten laatste aanslagjaar 2029).